Juni 2016, mam woont nu een maand in de instelling. We gaan nog steeds veel op pad samen, de stad in, en wandelen nog steeds veel. Mam kan er goed haar energie in kwijt. Maar we zijn ook steeds vaker net te laat. Bij de wc.
Aanbellen
Op een woensdag, een van de eerste keren dat we samen een nieuw rondje wandelen, zijn we langer onderweg dan gepland. We kennen de omgeving nog niet zo goed en zijn goed voorbereid vertrokken, naar het toilet geweest en hebben niet teveel meer gedronken. Ook draagt mam zo’n incontinentieverbandje. Ze vindt het gelukkig niet meer vervelend. Maar als we al een uur onderweg zijn, geeft mijn moeder aan dat ze naar het toilet moet. Ik bereken dat het nog een half uur lopen is naar huis, dat gaan we niet redden. En dus stel ik voor om gewoon maar even bij iemand aan te bellen.
Voordat mijn moeder erover na kan denken, ben ik al bij iemand op het erf en druk op de bel. Een vriendelijke dame doet open, en stelt mijn moeder gerust: natuurlijk kan ze hier naar de wc. Mijn moeder vindt het een beetje ongemakkelijk na afloop en wil snel weg. Maakt niet uit, het is goed gegaan. Ik ben opgelucht, we hebben het droog gehouden.
Net te laat
De week erop gaan we samen winkelen in de stad. Verbandjes in en mee, vooraf naar de wc, daar in een restaurant koffie gedronken en weer naar het toilet. So far, so good. We lopen een rondje, kopen wat leuks, en ineens geeft mijn moeder aan dat ze naar de wc moet. Midden in de winkelstraat. We gaan meteen een zijstraat in, op zoek naar een restaurant. We vinden er snel een, maar als ik met mijn moeder voor me richting het toilet achterin loop, zie ik dat haar broek al nat is. Oh jee. Middenin het restaurant. Mijn moeder loopt snel door. Als we bij het toilet aankomen, is alles al nat. We zijn net laat. Mijn moeder lacht schamper. Ik probeer het luchtig te houden, het geeft niet, we gaan gewoon meteen naar huis. Kan gebeuren. Ik doe mijn sjaal af zodat mijn moeder die om haar middel kan knopen. Ze grinnikt een beetje, ik zie dat ze zich geen houding weet te geven. Wat gênant dit.
Pants
We gaan snel richting de auto en naar huis. Mam is een beetje stil in de auto. Als ik zeg dat het niet erg is, dat we het thuis wel weer oplossen, kijkt ze me lief aan. Wat moet ze toch veel accepteren.
We bespreken met de begeleiding dat we voortaan als we op pad gaan, een “pants” aan doen. Hopelijk helpt dat. Mam vindt het maar niks hoe dat ding eruit ziet. Het lijkt op een luierbroekje. Op je 67e. Ik maak er een grapje over, dat ze er mooie dikke billen van krijgt. Dat vindt ze wel grappig. Gelukkig. Beter een dikke broek, dan een natte broek. Vooruit. Ze pakt mijn hand. Tijd voor wat anders.
Ja Eva, je zegt het al, wat moet ze veel accepteren. Zo erg voor haar.