Het weekend na de kennismaking met de dames van de zorginstelling, bereikt de zelfredzaamheid van mijn moeder een dieptepunt. Onze dagelijkse telefoontjes in de ochtend gaan de laatste weken al steeds moeizamer. Ik heb steeds meer moeite om mijn moeder aan de telefoon te krijgen, te houden en om het ontbijtritueel in zijn geheel te doorlopen. Maar als ik op een zondagochtend begin mei 2016 al vroeg mijn moeder bel, klinkt ze lichtelijk verontrust. “Hij doet het niet,” zegt ze. En verder komt ons gesprek niet.
Ik probeer te achterhalen wat er aan de hand is, maar dat is nogal een exercitie in een gesprek met iemand met ernstige afasie. Wat doet het niet, vraag ik. Waar ben je dan. Ik probeer te luisteren waar ze is, maar mijn moeder heeft een stenen vloer door de hele benedenverdieping, dus onderscheid tussen woonkamer en keuken op basis van geluid is lastig. Ik ga het hele rijtje af. Heb je yoghurt gegeten, wat voor je klaar stond op het aanrecht? “Niet hoor,” antwoordt ze. Niet gegeten, of dat is het probleem niet? Ik denk het laatste, want ze vervolgt haar betoog dat iets het niet doet en ik focus blijkbaar op het verkeerde. Doet de TV het niet? Zo ver was ze blijkbaar nog niet, want ze raakt nu een beetje in paniek. Ik zit op het verkeerde spoor. Wat doet het dan niet? Ik denk dat ze in de keuken staat. Heb je al een glas water gedronken? Dat is onderdeel van het vaste ontbijt. “Hij doet het niet!” vervolgt mijn moeder. Daar zit dus het probleem.
Kraan
Ik probeer uit te leggen hoe de kraan werkt, maar mijn moeder krijgt het niet voor elkaar om een glas water in te schenken. Ze raakt steeds meer in paniek. Ik probeer haar gerust te stellen, maar ook in ben radeloos. Daar staan we dan, mijn moeder in haar huis, ik 50 kilometer verderop. En ik kan haar niet helpen. Ik probeer mijn stem niet over te laten slaan, terwijl ik mijn moeder gerust probeer te stellen. Een van mijn broers komt zo, het is goed, geeft niet mama, rustig maar. Ze is er helemaal verdrietig van. Hoe moet dit nu zo verder?
Telefoontje
Het is maandagochtend, ik zit op mijn werk, slecht geslapen, ik heb mijn moeder vanmorgen weer gerust gesteld dat het niet erg is dat ze het niet meer weet. Vechtend tegen mijn tranen vertel ik haar dat de thuiszorg zo lekker een ontbijtje komt maken, dat ze zich geen zorgen hoeft te maken. Terwijl ik hoor dat ze het zelf ook niet meer weet. En dan gaat mijn telefoon. Het is een onbekend nummer. Ik neem op, het is de coördinator van de wachtlijst. Het meest onwaarschijnlijke is gebeurd: er is plek. Er is per direct een kamer vrij en de vier mensen boven mijn moeder op de lijst, hebben de optie afgewezen. Mijn moeder mag verhuizen. En dan breek ik.
❤️
Bewondering voor je tomeloze inzet!
snap ik helemaal
❤