In augustus 2015 moet ik voor mijn werk een week naar het buitenland. Ik merk dat ik hier zelf een beetje tegenop zie, ik ben me steeds bewuster van de momenten samen en dus ook van mijn eigen afwezigheid. Ik heb me voorgenomen om de dag voor mijn vertrek naar mijn moeder te gaan en lekker samen te gaan koken, taart bakken en eten. Daar houdt mijn moeder ook zo van. Maar het loopt anders.
Mam heeft die dag namelijk een uitnodiging voor een verjaardag van een vriendin. Het wordt op een locatie gevierd, echt een feestje. Mijn broer gaat met mam mee, ze ziet er namelijk erg tegenop om te gaan. Aanvankelijk doet ze er een beetje onverschillig over, maar eenmaal daar geniet ze met volle teugen. Wat mijn broer niet weet, is dat mijn moeder zelf al enige tijd nauwelijks nog alcohol drinkt. Ik denk dat het met een gevoel van controle houden te maken heeft. Maar op het feestje neemt mam vrolijk elk drankje aan dat haar wordt aangeboden. Achteraf bleek ook dat mijn moeder vooraf slechts een lichte lunch had gehad. Oftewel, de alcohol hakte er goed in. Tegen de tijd dat ze thuis komen en ik klaar sta met alle kook- en bakspullen, komt mijn moeder bleekjes binnen – ze heeft teveel gedronken.
Kater
In plaats van samen te gaan koken, help ik haar op het toilet, in de badkamer en vanuit daar rechtstreeks naar haar bed. Ik trek haar pyjama aan en zit op de rand van het bed te kijken naar mijn moeder die gelukkig in slaap valt. Tot zover het mooie moment samen voor mijn vertrek. Ik ben kwaad, kwaad op mijn broer die toch beter op had kunnen letten. Hij verontschuldigt zich, hij had niet gedacht dat mama dit zelf niet goed in kon schatten. Ik loop stampend door het huis, omdat ik niet om kan gaan met deze teleurstelling. Deze dag kunnen we niet meer over doen en dat doet zeer. Terwijl het niemands schuld is, dat weet ik ook wel. Maar deze domper is niet leuk.
Ik kook in plaats van voor mijn moeder dan maar voor mijn broer, ik bak de cake en zet deze klaar in de koelkast, ruim alles op, ga nog even bij mijn moeder kijken. Ze is blij dat ik haar in bed heb gelegd. Als ik naar huis rij, prikken de tranen achter mijn ogen. Morgen hebben we alle twee een kater. Alleen ik niet van de drank.
Kus voor jou!