Kerst 2015 staat voor de deur en ik zie er tegenop. Rust en onrust wisselen elkaar steeds sneller af bij mijn moeder. Je kunt vooraf niet inschatten hoe lang mam iets vol zal houden. Het ene moment gaat het prima, twee tellen later wil ze iets anders. Met de feestdagen in aantocht vraag ik me af hoe we deze dagen voor iedereen goed kunnen gaan laten verlopen.
We spreken eerste Kerstdag met elkaar af bij mijn broer, daar gaan we met het hele gezin eten. Mam is er al een uur eerder dan afgesproken, ze is zelf met de fiets gekomen en is in opperbeste stemming. Ze vindt het erg gezellig dat we allemaal bij elkaar zijn en zit rustig op de bank tussen ons in. Maar als we anderhalf uur later aan tafel zitten en met zijn tienen lekker druk bezig zijn, is mam er met een kwartier klaar mee. “Gaan we naar huis,” vraagt ze. We proberen het nog te rekken maar ze kijkt steeds onrustiger om zich heen. We leggen mama uit, dat als ze naar huis gaat, ze alleen is. Want wij zijn allemaal hier. Het maakt haar niet uit wat we zeggen, ze wil weg uit de drukte.
Als we in de auto stappen, slaakt ze een zucht van verlichting. Eenmaal thuis, wordt ze op slag weer onrustig, ze wil niet dat ik wegga. Ik blijf thee drinken en dan gaat het allemaal wel weer. Ik merk dat ik er zelf een beetje moe van word, zo gaat het goed en dan ineens niet meer. Je kunt je er niet echt op voorbereiden. Ik realiseer me ook dat we dus niet echt meer een samenzijn kunnen plannen voor een hele dag, we zullen er rekening mee moeten houden dat mama het niet meer volhoudt. Dit soort dagen waren als een anker voor ons gezin, allemaal bij elkaar met mijn moeder als middelpunt. Dat raken we kwijt. Die gedachte doet best een beetje pijn. Zeker met de feestdagen.
De volgende ochtend, tweede Kerstdag staat mam om half 9 alweer bij mijn broer voor de deur. Lopend, ze komt haar fiets ophalen maar nu ze er toch is, vindt ze het wel gezellig om ook te blijven ontbijten. Mijn broer moet er om lachen, gelukkig.
Wandelen tegen de onrust
We wandelen deze dagen allemaal veel met mijn moeder. Het lopen helpt haar om de onrust kwijt te raken. De lichamelijke vermoeidheid na afloop van een fikse wandeling helpt om even rustig te kunnen gaan zitten. Soms wandelen we wel drie keer op een dag. Het maakt mijn moeder niet uit, het doet haar goed. En daarmee ons ook. Tijdens het wandelen merk ik ook dat mam haar gedachten beter op een rijtje krijgt. De wind door je haar, het ruisen van het IJsselmeer, het helpt ontspannen. Wel moeten we het rondje altijd in dezelfde richting lopen. Op die manier is er houvast – en rust.
Weer mooi weergegeven EVA.
hoe gaat het nu eigenlijk met je moeder?
Dank voor je interesse Lia, hoe het nu gaat is niet in 1 zin uit te leggen.. We zijn nu bijna 2 jaar verder en mijn moeder zit permanent in een rolstoel, kan niet meer praten, nauwelijks bewegen – maar krijgt nog zoveel mee van wat er gebeurt. Ze herkent ons allemaal prima, heeft het zwaar… En met haar, wij ook.
Mooi geschreven..
Jullie zijn kanjers voor je moeder.
alle respect!!!!!!