Kennismaken met de zorginstelling

armen gekruisd bij weerstand kennismakenBegin mei 2016 heb ik afgesproken met de coördinator van de wachtlijst en met een woon-zorgbegeleider. We gaan kennismaken met de zorginstelling. Bij mama thuis. Ook al weet ik dat het bijna nooit voorkomt dat iemand wordt geweigerd, toch ben ik zenuwachtig. Ik weet al hoe het gesprek zal verlopen: stroef. Want mam wil niet verhuizen. Laat staan erover praten. 

De afspraak is om 2 uur. Ik heb bewust pas rond het middaguur tegen mijn moeder gezegd, dat we straks visite krijgen. Ze is op slag chagrijnig, daarom had ik dus niet eerder iets gezegd. Ze wordt ook erg nerveus als ik uitleg, waarom we vandaag gaan kennismaken met de zorginstelling waar we op de wachtlijst staan. Ik maak er geen groot punt van, maar ik leg wel alles uit. Dat we toch moeten gaan kijken naar hulp, niet per sé voor nu meteen, maar wel voor later. Voor als mam zelf niet meer alleen wil wonen. Ze kijkt me kwaad aan. Dit gaat lekker.

De kennismaking

Als de deurbel gaat, blijft ze met haar armen over elkaar op de stoel zitten. Ik sta op om open te doen, mam stampt boos achter me aan. Daar staan we dan, in de deuropening. Twee vriendelijke vrouwen voor me, een kwade moeder achter me. Ik houd me groot en zet door. De dames geven mijn moeder een hand, stellen zich voor. Mam zegt niets, maar geeft wel een hand. We gaan naar binnen.

Mijn moeder staat resoluut op. “Niet hoor!”

Ik zet koffie, mama zit met haar armen over elkaar de andere kant op te kijken. De dames zijn heel rustig, voelen enorm goed aan dat mijn moeder een gevoel van controle wil hebben. Ik vertel vooral, over hoe mam hier altijd heeft gewoond, hoe zij zichzelf nu met onze hulp redt. Mam zegt niets. Als een van de dames vraagt of ze een fotoboek mag zien dat op de kast staat, staat mijn moeder resoluut op en zegt boos: “Niet hoor!” Ik kan wel door de grond zakken. Ik probeer de situatie een beetje te redden door verder te praten, maar het is hopeloos. Er is amper koffie gedronken of mama wil de kopjes al opruimen. Ze gaat ook niet meer zitten. Ik weet niet meer wat ik moet zeggen.

Gelukkig besluit ons bezoek om dan ook maar gewoon te gaan. Ze stellen mij gerust dat het niet erg is dat het zo loopt, dat het belangrijk is dat mijn moeders wil wordt gerespecteerd. En die wil dat ze gaan. Ik bied mijn verontschuldigingen aan, leg uit dat mijn moeders afasie ook niet meehelpt. Dit versterkt haar gevoel van onmacht in elke situatie, laat staan in dit gesprek. De dames benadrukken nog eens dat het niet erg is. Enigszins beduusd laat ik ze uit. De deur is nog niet in het slot gevallen, of mijn moeder trekt haar jas aan. Er moet gewandeld worden. En wel nu meteen. Oké, mam. We gaan. Ik zeg maar niets.

6 gedachten over “Kennismaken met de zorginstelling”

  1. Lieve Eva,

    heb je blog (bij)gelezen vanaf november vorig jaar. Hoewel het verdrietig, zwaar en overweldigend is wat je beschrijft, is het toch een prachtig document aan het worden. Het hele proces dat jij en de andere mantelzorgers ervaren, en uiteraard vooral jouw moeder, is zo leerzaam dat velen hier hun voordeel mee kunnen doen. Onbetaalbaar! Daarbij heb je de gave van het geschreven woord. Eenvoudige woorden en zinnen kunnen mij tot tranen roeren.

    Ik begrijp dat in de huidige realiteit jouw moeder niet meer mobiel en niet meer communicatief is.
    Het is vaker gezegd in de reacties op jouw blog: jij bent een ongelooflijk mooie dochter voor jouw moeder. Wat jij doet, doe je gewoon omdat je moet en omdat je het wilt. Dat begrijp ik. Maar toch…
    Een bijzondere inzet waar je later met meer dan tevredenheid op mag terugkijken.
    Lieve groet,
    Ed

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *