Ondertussen is het eind maart 2016 en mam heeft nog steeds moeite met de begeleiding van de thuiszorg. Met de twee meiden die er als eerste bij waren klikt het inmiddels goed, maar met de andere twee voor geen meter. Ook bij de dagbesteding gaat het wisselend, soms goed, soms niet. Ik weet me af en toe geen raad met de situatie.
Ik heb met de dagbesteding besproken dat mama 2x per week een halve dag komt. Een hele dag is te lang, ze ontspant er niet en wordt erg emotioneel door de vermoeidheid. Ze huilt dan veel. De halve dagen gaan redelijk. ’s Morgens is er iemand van de thuiszorg die helpt met het ontbijt en wacht tot mam wordt opgehaald. ’s Middags haalt iemand van de thuiszorg mam weer op, want bij een halve dag is er geen vervoer terug. Op deze manier vullen we toch 2 hele dagen voor mama. Ook al blijft het enorm puzzelen met alle uren die er in een dag overblijven. Mam is doorgaans moe als ze wordt opgehaald, in een groep vreemde mensen kost haar erg veel moeite.
Chagrijnig
Op de momenten dat de thuiszorg er is, wisselt er veel qua aanwezigheid van begeleiding. De meiden kunnen vaak niet een hele middag, dit past niet in hun rooster. Met een van de dames klikt het helemaal niet, als zij komt doet mam steevast de deur weer dicht. Ze wil dan niets, loopt de hele tijd te chagrijnen. Gooit het eten weg dat voor haar wordt gemaakt. Ik vind dit supermoeilijk om te horen, want ik heb geen alternatief. Wanneer ik dit met mijn moeder bespreek, zie ik dat ze zich echt ongemakkelijk voelt over de thuiszorg. Ze wil zo graag zelfstandig zijn. Ik leg haar uit, dat het niet anders kan. Dat ik ook naar mijn werk moet, terwijl zij niet alleen wil zijn. Dat die dames voor háár er zijn, niet voor zichzelf. Dat ze echt wat liever moet doen, anders komen ze straks niet meer. Mam moppert wat voor zich uit.
Autoritair
Ook als ik het met mam over de dagbesteding heb, zegt ze altijd dat ze niet wil. En ook in deze gesprekken stel ik me autoritair op. Ik antwoord dan dat ik ook wel eens geen zin heb om naar mijn werk te gaan, maar dat ik dan toch moet. Dat dit geen reden is om thuis te blijven, omdat we thuis voor haar geen begeleiding hebben. Dat ze na de lunch weer naar huis mag. Ze sputtert dan niet tegen.
Als ik op een middag degene ben, die mijn moeder na een halve dag ophaalt bij de dagopvang, staat mijn moeder huilend bij de deur op me te wachten. Ze is diep verdrietig. Het lukte blijkbaar vandaag allemaal niet in de groep. Als ze me ziet, wil ze direct weg. Ik slik de brok in mijn keel weg. We stappen snel in de auto. Ik stel haar gerust, de rest van de dag is ze bij mij. Ze ontspant wat.
Als ik ’s avonds naar huis rijd, kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan. Waarom doe ik mijn moeder zoveel verdriet aan? Waarom kan het allemaal niet wat makkelijker zijn?
Lieve Eva, dit moet een vreselijk moment zijn geweest. Waarschijnlijk een van vele vervelende momenten waar je al gaandeweg en nog steeds mee om moet gaan. Veel lof over hoe jullie / jij alles regelen.